In dit overzicht vindt u een uitleg over onze nieuwe rekenmethode, de resultaten en de verwachtingen van onze kinderen. 

Methode Getal & Ruimte Junior

Om goed te leren rekenen, heb je herhaling nodig in een duidelijke structuur. Getal & Ruimte Junior gebruikt een heldere gestructureerde rekendidactiek met aandacht voor één onderwerp en duidelijke en altijd werkende strategieën. Elke dag is er tijd voor automatiseren en memoriseren.  

Kinderen krijgen dagelijks instructie en gaan in kleine stapjes van oefenen naar toepassen. Elke week wordt na het ophalen van de voorkennis veel aandacht aan de strategie besteed. Zo kunnen kinderen zich de rekenvaardigheid echt eigen maken voordat ze gaan toepassen. Dit toepassen gebeurt door middel van een stappenplan en is volledig gebaseerd op het drieslagmodel uit het ERWD-protocol.  Kinderen komen sneller verder, zonder omwegen. Dit geeft zelfvertrouwen!  

In onze vorige rekenmethode kwamen er meerdere doelen aan bod in een les en zat er geen duidelijke structuur in zoal wel het geval is bij Getal & Ruimte Junior. Hoe kan het dan nu dat (eventueel) de resultaten nu tegenvallen bij uw kind? Dit heeft te maken met een aantal onderdelen:
- De doelen zijn per leerjaar anders opgebouwd. Hierdoor kan het zijn dat de kinderen in groep 5 de voorkennis missen bij een doel omdat deze nog niet aan bod is gekomen in groep 4 bij de andere methode. De hiaten zijn door de leraren in kaart gebracht en zij werken met de kinderen aan deze voorkennis.
- De wijze van vragen stellen is uitgebreider. Het verwacht meer van een leerling waardoor hij zijn denkstructuur dient aan te passen.
- We vragen niet meer alleen een antwoord van de leerling. De leerling dient zijn gehele denkstructuur uit te werken →
Welke informatie staat hier? Wat wordt er gevraagd? Welke acties dien ik uit te voeren?
Ik bereken de som en een van de allerbelangrijkste punten: ik reflecteer op mijn eigen werk. Geef ik antwoord op de vraag? Hoe ben ik bij het antwoord gekomen? Heb ik de juiste eenheid opgeschreven? Het kind dient deze verwerking toe te passen bij de reguliere lessen en de toetsen. Mist er een onderdeel, dan mist er ook een gedeelte van de punten. Deze aanpak van werken heeft te maken met de metacognitie van een kind.

Metacognitie betreft de kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Door de aanpak van Getal & Ruimte staan leerlingen zelf aan het roer van hun leerproces waardoor zij een leertaak effectiever kunnen uitvoeren. Het kan dus heel goed het geval zijn dat uw kind voorgaande jaren hogere cijfers heeft behaald voor rekenen dan ze op dit moment zijn. Dit heeft dus alles te maken met de overstap naar een rekenmethode die hoge verwachtingen heeft van alle kinderen! Niet voor niets werkt 90% van het voortgezet onderwijs met deze methode. Dit is dus ook een groot voordeel voor uw kind: na de overstap van de basisschool naar het VO is er een zeer reële kans dat de vervolgschool deze methode gebruikt en kan uw kind hier feilloos in overgaan. 

Gemiddeld zien we dat een kind binnen een half schooljaar de methode eigen heeft gemaakt en zijn de resultaten minimaal weer op het niveau dat u gewend bent. 

Aanvullende informatie

In het rekenonderwijs van Nederland praten we over twee soorten sommen:

  • Kale sommen, zoals 10 x 8 = 80 

  • Contextsommen, zoals 10 kinderen krijgen ieder 8 snoepjes van de meester, hoeveel snoepjes moet de meester kopen?

Deze twee soorten sommen staan ook in de huidige kerndoelen van rekenonderwijs  (Ministerie van OCW, 2006).

Tijdens de uitvoering van kale sommen wordt inzicht van een rekenvaardigheid van een kind gevraagd, bij contextsommen is dit niet alleen de inzicht van een rekenvaardigheid maar ook diepere tekstverwerking zoals leesvaardigheid, woordenschat en tekststructuur. (Schmeier, 2021)

Pygmalion-onderzoek

Een van de meest bekende onderzoeken naar leerlingen en verwachtingen is het Pygmalion-onderzoek (Rosenthal & Jacobson, 1968). Het Pygmalion-effect houdt in dat leerlingen een goed resultaat behalen, omdat de leraar gelooft in hun vermogen om dat resultaat te behalen. Hierin wordt duidelijk dat de verwachtingen van de leraar in het klaslokaal, van enorme invloed zijn op de resultaten van de kinderen. 

Rosenthal & Jacobson (1968) onderzochten de beïnvloeding van leraren in het klaslokaal. In het onderzoek werd aan de start van het schooljaar bij een groep kinderen, op een basisschool in Californië, een IQ-test afgenomen. De uitslag van deze test is alleen bekend gebleven bij Rosenthal en Jacobson. Met de leraren is besproken welke kinderen relatief goed presteerden bij de test en ook snel zouden groeien. In werkelijkheid was dit willekeurig gekozen en dus niet waarheidsgetrouw. Aan het einde van het schooljaar is er weer een IQ-test afgenomen bij dezelfde kinderen. Hier bleek dat alle kinderen vooruit waren gegaan, maar de kinderen die aan het begin van het jaar waren genoemd als snelgroeiend het meest waren gegroeid van allemaal. Ook bij een opvolgende test met meer leerlingen en leraren kwamen ze tot dezelfde conclusie; hoge verwachtingen leidden tot hoge uitkomsten, met name in de lagere groepen van de basisschool was dit het geval. Alhoewel er een gedegen discussie is over of het wel of niet zinvol is om een IQ-test af te nemen, is er wel een degelijk verschil te zien in de zogeheten controlegroep en de niet-controlegroep, zie tabel 1.

tabel 1 percentage verschil controlegroep en experimentele groep

 

Het Golem-effect

Hoge verwachtingen hebben invloed op iemands prestaties, maar dit geldt ook voor lage verwachtingen. Wanneer een leraar lage verwachtingen heeft van zijn leerlingen op basis van zijn indruk van de leerlingen, heeft dat een negatief effect op hun leren en dat noemen we het Golem-effect. Het gevolg is dat de leraar lage verwachtingen communiceert, waardoor deze leerlingen minder van zichzelf verwachten, minder inspanning leveren en op een lager niveau presteren (Babad, Inbar & Rosenthal, 1982). Het Golem-effect is een self-fulfilling prophecy en wordt versterkt, omdat de slechte prestaties de lage prestatieverwachtingen versterken (Rowe & O’Brien, 2002). 

Methode

Het is van belang dat een school, inclusief zijn leraren maar ook de ouders, hoge verwachtingen hebben van alle leerlingen. Er is hierin een overkoepeling met de insteek dat de metacognitie van iedere leerling versterkt moet worden.

Daarom is er gekozen voor de rekenmethode Getal & Ruimte Junior waarbij er wordt voldaan aan de hoge verwachtingen van iedere leerling en de stimulering van de metacognitie verder ontwikkeld wordt. 

Literatuurlijst

Borghouts, C, Janssen, C., & Groenestijn, van., M. (2011). Protocol RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie. Assen: Van Gorcum.Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Teacher expectations for the disadvantaged. Scientific American, 218(4), 19-23.Rowe, W.G., & O’Brien, J. (2002). The role of Golem, Pygmalion, and Galatea effects on opportunistic behavior in the classroom. Journal of Management Education, 26(6), 612-628. doi:10.1177/1052562902238321